Israël en ik 59; 12 poorten.

In Openbaring 21 ziet Johannes het nieuwe Jeruzalem neerdalen vanuit de hemel naar de aarde. Zeer indrukwekkend. Zij is de vrouw van het Lam, de Bruid. In de hoge muur zijn 12 poorten gebouwd, vanuit elke windrichting 3. Op die poorten staan de namen van de stammen van Israël, de 12 zonen van Jakob. Het fundament van deze stad bestaat uit 12 grondstenen en daarop zijn de namen van de apostelen geschreven. Als wij door een van die poorten gaan, zien we ongetwijfeld de naam van een van de apostelen in het fundament staan en boven de poort de naam van bijv. Ruben of Levi. Waarom? Dan gaan we terug in de geschiedenis.

In Genesis 12 lezen we de roeping van Abraham. God zal hem zegenen en hij zal tot een zegen zijn en uitgroeien tot een groot volk. Hij heeft tientallen jaren moeten wachten op een nakomeling. Zijn vrouw, Sara, was onvruchtbaar. Maar de Schepper van hemel en aarde formeerde uit een onmogelijke situatie nageslacht. En deze nakomelingen noemde hij tijdens de uittocht uit Egypte: mijn eerstgeboren zoon. In Deuteronomium 7:6 noemt God deze zoon: ‘Mijn kostbaar bezit’. En in de profeten noemt God Israël zelfs ‘Mijn vrouw’.  (Hosea 2:21-22)In allerlei bewoordingen maakt God Zelf zijn oneindige verbondenheid duidelijk met het nageslacht van Abraham. Wij, afstammelingen van de heidenvolken, kunnen niets anders dan met grote verwondering en diep respect ernaar kijken. Vanuit de intimiteit tussen God en zijn volk mocht Maria zwanger worden en Gods Zoon ter wereld brengen. Het volk, zijn vrouw dat zo vaak ontrouw en ongehoorzaam was, heeft een God die trouw blijft tot in eeuwigheid. Daar mogen wij, gelovigen uit de heidenen, aan denken wanneer we via een van de poorten het nieuwe Jeruzalem binnengaan. Er is nog een aspect wat ik belangrijk vind en dat is wat de engel tegen Maria zei: ‘Hij zal een groot man worden en zoon van de Allerhoogste worden genoemd en God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’ (Lucas 1:32-33)Ook dat aspect neem ik mee wanneer ik via een van de poorten de meest indrukwekkende stad mag binnengaan. En de oude Simeon mocht bij het zien van baby Jezus profeteren, dat  ‘een licht wordt geopenbaard aan de heidenen en dat strekt tot eer van Israël, Gods volk’.  (Lucas 2:30-32)En dat ‘Licht’ brengt me bij het fundament van het nieuw Jeruzalem, n.l. de namen van de 12 apostelen. Vanuit Gods volk gaan zij de wereld in om het grote nieuws bekend te maken dat geloof in Jezus Christus redding voor de wereld betekent. Zo wordt de belofte aan Abraham werkelijkheid: ‘In jou zullen alle volken op aarde gezegend worden’. Het nieuwe Jeruzalem vindt zijn oorsprong in het nageslacht van Abraham, Israël.

 


Reacties

meest gelezen