Israël en ik 40; Thora 2

 

In mijn vorige blog heb ik geprobeerd een andere kijk op de “Wet” te vinden. Heel bewust heb ik de term van de Hebreeuwse bijbel overgenomen: “Thora”. De betekenis komt n.l. heel anders over dan het vertaalde woord uit het Grieks, wet. Het geeft een totaal andere gevoelswaarde.

De Israëlieten hebben ruim 400 jaar onder de wetten van Egypte geleefd. Afgebeuld, vernederd, uitgemoord, zoals de hele geschiedenis van dit volk laat zien, tot op vandaag. En dan die bevrijding! De God van Abraham, Izaäk en Jakob, hun God, verlost hen Persoonlijk uit die verschrikkelijke gevangenis. Als bevrijd volk trekken ze door de Rode Zee de woestijn in. Ze laten Egypte achter zich met alle verschrikkelijke herinneringen.

Israël, Gods eerstgeboren zoon, wordt door Vader bij de hand genomen en geeft hen daarvoor de Thora, onderwijs van de wijze God. Liefdevolle handen onder hen en om hen heen, zo begeleidt Hij zijn zoon. Hij heeft het allerbeste met ze voor, Hij gunt zijn kinderen alle geluk van de wereld. En Hij de Schepper van hemel en aarde weet als geen ander hoe je dat geluk kunt vinden. Daarom deze Thora.

Is deze Onderwijzing alleen voor zijn zoon Israël, of mogen wij, christenen, ons ook door zijn Thora laten onderwijzen? Is Gods wijsheid er voor alle mensen? De eerste 5 Bijbelboeken, van Genesis t/m Deuteronomium vormen zijn onderwijzing, zijn richtingwijzers. Het staat boordevol met bijzondere verhalen, die ons helpen om te ontdekken wie de God van Israël is, maar ook de Schepper van hemel en aarde die via de nakomelingen van Abraham, zijn volk dus, de wereld tot een zegen wil zijn. Het kennen en volgen van Zijn Thora geeft juist die zegen.

In alle eerlijkheid, het Bijbelboek Leviticus, heb ik in mijn leven niet zo vaak geopend. Wat moet ik met al die regels rond de offerdienst of welke dieren ik niet of wel mag eten? Maar als het Gods Thora is, zijn liefde voor ons, hoe kijk ik dan naar dit Boek? Een voorbeeld uit Leviticus 17 : 12: “Niemand van jullie mag bloed eten, ook de vreemdelingen die bij jullie wonen niet”, omdat, zo staat het een vers eerder: “… het bloed is de levenskracht van een levend wezen. Ik heb het jullie gegeven om er op het altaar de verzoeningsrite mee te voltrekken, want het bloed kan, als levenskracht, verzoening bewerken”. Gaan jouw gedachten nu ook tegelijk naar het offer van de Here Jezus en het gedenken hiervan tijdens het avondmaal? En de vele reinigingswetten die God al aan zijn volk gaf, zijn bij andere volken soms vele eeuwen later ontdekt. Het naleven van deze wetten heeft Gods volk, de Joden, in de wereld bewaard voor allerlei epidemieën, denk bijv. aan de Pest.

De Rabbijnen zijn al eeuwenlang bezig om te zoeken naar het toepassen van de Thora naar ons leven vandaag. En dat is, volgens mij, een kostelijke zaak, ter navolging.

Reacties

meest gelezen