Israël en ik 6; NGB

Vermoedelijk zijn sommige volgers van onze blogs op de hoogte van het jaartal 1517, het jaar waarin de reformator Maarten Luther, 95 stellingen op de deur van de slotkapel in Wittenberg vastspijkerde. Luther heeft veel betekend voor de reformatie van de kerk in de 16e eeuw. Op oudere leeftijd is hij op een verschrikkelijke manier tekeergegaan tegen de Joden. En helaas, hij was niet de enige. Het antisemitisme heeft verwoestend gewerkt in de kerken van Europa. De vervangingstheologie, de kerk is in de plaats van Israël gekomen, werd door velen geloofd.

Aan de hand van artikel 27 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, uitgegeven in 1561, probeer ik duidelijk te maken, dat deze vervangingstheologie een algemeen aanvaard geloofsstuk was. Hoewel de kerk pas begonnen is met de uitstorting van de Heilige Geest, lees je in dit artikel, dat “de kerk er geweest is vanaf het begin van de wereld en er zal zijn tot het einde toe”. Israël is opgegaan in de kerk. Ook het voorbeeld, dat onder koning Achab de kerk erg klein is geweest, laat dat zien. Bijna mijn leven lang heb ik persoonlijk dit geloofd en heb ik het uitgedragen in mijn gezin, aan de kinderen op school verteld en aan catechisanten geleerd. Met het publiceren van deze blog neem ik hiervan afstand en wil ik mij verantwoorden voor mijn verandering.

In Exodus 4 : 22 zegt de Here: “Israël is mijn zoon, mijn eerstgeboren zoon”. God nam het op voor zijn kind en wilde Israël verlossen uit de gevangenis van Egypte. Hijzelf nam zijn kind bij de hand om het te brengen naar het beloofde land, Kanaän. Op allerlei manieren toonde Hij zijn liefde en de beloften die Abraham en zijn nageslacht van God had gekregen, Ik zal zegenen wie u zegenen en vervloeken wie u vervloeken, heeft Hij vervuld en zal Hij blijven vervullen. Heel de Bijbel vertelt ons het handelen van God met zijn zoon Israël, de mooie momenten en de verdrietige. En uit dit volk werd Jezus, de eniggeboren Zoon van God, geboren.

Hij, de nakomeling van David, werd de eeuwige Koning van zijn volk en dat koningschap is eeuwigdurend.

En dan, tijdens het Wekenfeest, het Bijbelse feest van de eerstelingen, het feest dat wij Pinksteren noemen, wordt de Heilige Geest uitgestort. En wie zijn de ontvangers van deze Geest? De Joden die het Wekenfeest vieren, Joden uit Israël en uit vele omliggende landen. Bemoedigd en vertroost gaan allen weer terug naar hun woonplaats en huis. En overal waar ze komen vertellen ze de blijde boodschap: er is redding! Redding voor Joden en heidenen.


Helaas is er de eeuwen daarna een splijtzwam gegroeid tussen Joden en heidenen. Maar de God van Israël en de God van de christenen is Dezelfde. Hij zorgt voor hen allen en in Openbaring 7 komen ze allebei weer voor: de 144.000 verzegelden uit Israël en de schare uit alle landen en volken die niemand kan tellen.

God, de Almachtige, vergist zich niet. 


Reacties

  1. Mooie toelichting op het vervangingsdenken, die een tweedeling veroorzaakte tussen Joden en heidense gelovigen.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

plaats hier een reactie

meest gelezen