Israël en ik 15; Jezus het ongezuurde Brood

 

Tijdens mijn voorbereiding op dit onderwerp, gingen mijn gedachten vaak naar mijn jeugdperiode in Mariënberg. Elk voorjaar was mijn moeder, maar ook alle buurvrouwen, bezig om het huis op z’n kop te zetten. Als kind had ik al snel door, dat ik beter met mijn vrienden kon gaan voetballen of indiaantje spelen op de heide. Wat een rommel werd er verzameld en alles kwam op een hoge bult te liggen langs de straatkant. Wij waren niet de enigen, want overal groeide een verzameling van niet meer te gebruiken materialen. Als kinderen vonden we dit bijzonder interessant, maar we mochten er niets van meenemen naar ons eigen huis. Stel je voor. Gelukkig kwam er een vuilophaaldienst, zodat de straat er weer toonbaar uitzag.

Tijdens de uittocht uit Egypte, zo’n 3500 jaar geleden, moest er haast worden gemaakt. Er was geen tijd om het brood voor onderweg nog met zuurdesem, gist, te vermengen. Het rijsproces werd overgeslagen en de broden kwamen plat uit de oven. Elk jaar, tijdens het terugblikken op die gebeurtenis, eten de Joden ongezuurde broden. Het is de Here God zelf die zijn volk steeds wil herinneren aan de bevrijding uit de slavernij en hen bewust wil maken wat leven in vrijheid is. Een van de activiteiten die daarbij hoorde was, dat het huis compleet op z’n kop werd gezet en elk stukje oude gist werd verwijderd. Het oude leven in Egypte konden ze achter zich laten en als nieuw geboren kinderen kon het volk de toekomst tegemoet gaan.

In 1 Korintiërs 5 wordt gist, het zuurdesem, vergeleken met zonde. Zoals gist zich volledig vermengd met het brood, zo kan de zonde ons totale leven beïnvloeden. Paulus roept ons in dit hoofdstuk op deze gist, de zonde, niet toe te laten. Laten we ongezuurde broden zijn die op Jezus lijken. Hij schrijft in vers 7: “U bent immers als ongezuurd brood , omdat ons Pesachlam, Christus, is geslacht”. Jezus, zelf, is het Ongezuurde Brood.

Geloven in het Pesachlam vraagt om mijn reactie. Ik leg mijn leven in Gods handen, al is het met vallen en opstaan. Hij heeft het voor het zeggen. Ik geloof in zijn Heilige Geest die mij omvormt tot een nieuw mens en mij leidt op de weg in dit leven. En op die Weg is het mijn verlangen om de zonde te haten. Vol liefde en dankbaarheid wil ik Hem graag gehoorzamen. Hij is niet alleen mijn Ongezuurde Brood, maar ook mijn Brood van het Leven. In Johannes 6 : 54 zegt Jezus: “Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en hem zal Ik op de laatste dag opwekken.” Zo loopt de lijn vanuit Egypte, via Golgotha, naar het eeuwige leven. Wat hebben we een wonderlijke God die dit lang van tevoren heeft bedacht. Via zijn gedenkmomenten wil Hij mij en jou ondersteunen en bemoedigen. Hem alle eer.