Israël en ik 54; In plaats van…..

Meerdere keren heb ik in mijn overdenkingen geschreven over de leugen, dat “De kerk in de plaats van Israël is gekomen”.  In Deuteronomium 7 : 6 schrijft de Here God al: ‘U bent door Hem uitgekozen om, anders dan alle andere volken op aarde, zijn kostbaar bezit te zijn’. Op allerlei momenten en met zeer verschillende bewoordingen heeft de God van Israël zijn liefde voor zijn volk uitgesproken. God en Israël, ze horen onlosmakelijk en eeuwig bij elkaar.

Het grootste deel van mijn leven heb ik geloofd in een ander “in plaats van”, n.l., dat de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen. Graag wil ik een aantal gedachten met jullie delen.

In Genesis 17 lezen we, dat God een verbond met Abraham en zijn nakomelingen sluit, met alle komende generaties, een eeuwigdurend verbond. Het land Kanaän zal Hij hem en zijn nakomelingen voor altijd in bezit geven en Hij zal hun God zijn. Als teken moeten alle mannen besneden worden en pasgeboren jongetjes op de 8e dag. En God zegt erbij: “Zo zal dit verbond met Mij voorgoed zichtbaar zijn aan jullie lichaam”.

Met het volk waar Hij zijn keuze heeft op laten vallen, zijn kostbaarste bezit, sluit Hij dit verbond. En dat geldt voor eeuwig. Wie zijn wij dan om te denken dat de kerk die zeer bijzondere plaats zou hebben ingenomen? Op allerlei manieren is geprobeerd daar een passend systeem omheen te bouwen, maar nergens in Gods Woord lees je, dat de God van Israël op andere gedachten is gekomen. Als God zijn eeuwige beloften niet waarmaakt, zou Hij onbetrouwbaar zijn geworden. En dat is onmogelijk.

Het verbond met Abraham en met zijn nakomelingen heeft alles te maken met Gods plan, n.l. de wereld redden via zijn volk Israël: “… in jou zullen alle volken op aarde gezegend worden”. Daar, te midden van al deze volken, mag ik mijn plekje innemen en met mij “een schare die niemand tellen kan”. Via Israël maakt Hij zich aan de wereld bekend en wil ook voor hen hun God zijn.

Het teken van dit verbond, de besnijdenis, hoort dus alleen bij dit volk. Nog steeds. Met grote vreugde wordt dit in vele Joodse gezinnen gevierd. Het hoort bij hun identiteit, Gods kostbaarste bezit. Als je je verdiept in de Joodse geschiedenis, dan ontdek je dat vele volken en helaas ook vele christenen, geprobeerd hebben deze identiteit van ze af te nemen. De wereld wilde en wil niet dat de Schepper van hemel en aarde Zich op een bijzondere manier verbindt met de nakomelingen van Abraham, Izaäk en Jakob. De wereld wil niet de zegen ontvangen via Israël, terwijl juist daar de oplossing van vele problemen ligt.

Als de besnijdenis alleen bij de nakomelingen van Abraham hoort, hoe zit het dan met de doop? In een volgende overdenking ga ik op zoek naar antwoorden.

 


Reacties

meest gelezen