Israël en ik 24; savoeot
Op vele plaatsen in de Bijbel wordt geschreven, dat God
ernaar verlangt om bij zijn volk te wonen. In de Hof van Eden zoekt de Schepper
zijn kinderen regelmatig op; de mensen die op Hem lijken. Samen genieten en
overleggen. Wonderlijk mooi. Na de zondeval pakt de Here God de draad weer op: de
Wolkkolom tijdens de woestijnreis; de tabernakel met het Heilige der Heilige;
de tempel van Salomo en later van Ezra. Het ultieme moment van volmaaktheid
komt nog, in het nieuwe Jeruzalem: God woont bij de mensen.
En dan dat bijzondere moment, 50 dagen na de opstanding van
de Here Jezus, is het geluid van de wind te horen, vlammen als van vuur verdelen
zich over de 120 aanwezigen. Joden uit binnen- en buitenland horen de Boodschap
van redding en iedereen die gelooft ontvangt de Heilige Geest, Gods inwoning in
de mensen. Wat een wonderlijk verhaal. Geen tabernakel en tempel meer, maar een
hart waar God zijn Thora op kan schrijven om zo de Weg van Jezus te wijzen en
te stimuleren.
Al honderden jaren voor deze uitstorting mocht Jeremia al
profeteren: “De Heer kondigt aan: de tijd komt dat Ik een nieuw verbond zal
sluiten met Israël en Juda. Geen verbond zoals Ik vroeger gesloten heb, toen Ik
mijn volk uit Egypte haalde. Zij hebben dat verbond verbroken, ook al was Ik
hun Heer en Meester. Dit is het nieuwe verbond dat Ik met Israël ga sluiten: Ik
zal mijn wet in hun hart schrijven. Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk
zijn”. (Groot Nieuws Bijbel, Jeremia 31 : 31-33) Dit nieuwe verbond is eerst met
Israël gesloten en vervolgens mochten de gelovigen uit de heidenvolken zich
daarbij aansluiten. Grote dank aan God.
En als Gods Geest mijn hart vervuld, m.a.w. als Christus werkelijkheid
in mij wordt, dan gebeuren er grote wonderen. In Galaten 5 schrijft Paulus: “Maar
wat de Geest doet groeien en rijpen, is liefde, vreugde en vrede, geduld,
vriendelijkheid, goedheid en vertrouwen, zachtmoedigheid en zelfbeheersing”. Graag
wil ik met deze prachtige vruchten dienstbaar zijn aan de wereld om mij heen,
maar ook aan Gods eerstgeboren zoon, Israël. Als Gods Geest in mijn en jouw
hart woont, is er geen plaats voor antisemitisme. Sterker nog, door deze Geest
omarm ik alle inwoners uit het Beloofde Land en gun ze deze fantastische vruchten.
Dit zijn mijn “gedachten van
vreede”!
Prachtig verwoord Albert ! Een bemoediging in deze verwarde tijd !
BeantwoordenVerwijderen