Israël en ik 5; Belijdenissen
Is het jou wel eens opgevallen, dat er in de verschillende Nederlandse belijdenisgeschriften zo weinig over Israël gesproken wordt? Het allergrootste deel van de Bijbel gaat over de geschiedenis van Gods volk en de onlosmakelijke band die God daarmee heeft, dan zou je toch verwachten dat daar voldoende aandacht aan gegeven wordt. Het is opmerkelijk dat de belijdenisgeschriften uit de eerste eeuwen van de kerk, met geen woord hierover schrijven. Is het dan niet belangrijk hoe wij hierin de Bijbel na spreken? Dat is toch in feite wat een belijdenis in zich moet hebben. Wat zit hier achter?
Zo gauw je op zoek gaat naar een antwoord op deze vraag, kom
je tot onthutsende ontdekkingen. Al heel snel gaat de beginnende kerk een
totaal andere weg dan het volk van Israël. De contacten vertroebelen en de
sfeer wordt zeer gespannen. Op een gegeven moment wil de kerk niets meer met
Israël te maken hebben en spreekt afschuwelijke woorden over hen uit. Als in
deze situatie 220 bisschoppen elkaar opzoeken tijdens het concilie van Nicea (325)
worden de banden met het volk Israël doorgesneden. De sabbat is in 321 al
ingeleverd voor de zondag en nu wordt Pesach aan de kant geschoven, terwijl het
Lam juist in dit feest werkelijkheid werd. De Bijbelse feesten die de God van
Israël van generatie op generatie heeft ingesteld, verdwijnen volledig. Is dit
een reactie op de verachting van de Joden of vinden de leden van het concilie
een spreken van God in de Bijbel, waarin Hij deze feesten een andere plaats in
de week en het jaar geeft? Wie van de 220 bisschoppen neemt het nog op voor de nakomelingen
van Abraham, Izaäk en Jakob? Als dan in deze situatie een geloofsbelijdenis
moet worden opgesteld, is daarover niets meer terug te vinden. Gods persoonlijk
spreken in de eerste 5 Bijbelboeken en de vele beloften voor Israël, via de
Profeten, krijgen nergens meer aandacht. Wat een verdriet voor de God van
Israël en zijn volk. Hebben de bisschoppen geen kennis gehad van de brief aan
de Romeinen, o.a. hoofdstuk 11? “Heeft God zijn volk soms verstoten? Beslist
niet!” Wie heeft hun ogen verblind en hun hart gesloten?
Graag zou ik de Geloofsbelijdenis van Nicea na de eerste zin
als volgt willen aanvullen: “Wij geloven in de God van Abraham, Izaäk en Jakob.
Wij geloven dat de God van Israël een eeuwigdurend verbond heeft gesloten met
dit volk en hen een eigen land heeft gegeven om de Schepper te dienen en de
wereldvolken tot zegen te zijn.”
En de zin “En een heilige, algemene en apostolische kerk”,
te vervangen door: “Wij geloven dat volgelingen van Jezus een plaats hebben
gekregen in de edele Olijfboom (zie Rom. 11 : 17 e.v.), waar ze samen mogen
groeien met de oorspronkelijke takken en ‘mogen delen in de vruchtbaarheid van
de wortel’.”
Wees gezegend Volk van Israël en Gemeente van Jezus Christus. Hij komt!
Reacties
Een reactie posten
plaats hier een reactie