Israël en ik 62; Thora is Evangelie 3
Het duurt lang voordat ik durf te beginnen met deze blog. In gedachten kijk ik naar een nestkastje waar waarschijnlijk een bonte vliegenvanger in broedt. Dit vogeltje vliegt af en toe voorbij, landt op een tak naast het kastje en is dan weer verdwenen. En dan …. Ja hoor, het vogeltje vliegt naar het gat en verdwijnt naar binnen. Prachtig. Dit is een heel klein stukje van Gods schepping. En deze God heeft allerlei bepalingen opgesteld om zijn schepselen, jou en mij, te helpen om naar zijn bedoeling te leven.
Ook in Leviticus 18 komen deze bepalingen voorbij. Heel
bijzonder. Mozes moet n.l. tegen de Israëlieten zeggen: ‘Ik ben de Here jullie God.
Volg niet de levenswijze van de volkeren van Kanaän, waarheen Ik je breng, maar
houd je aan mijn regels, houd je aan mijn bepalingen en leef ze na. Ik ben de
Here jullie God. Mijn bepalingen en regels schenken leven aan wie ze volgt,
houd ze dus in ere. Ik ben de Heer’. De volgende regels komen niet bij Mozes
vandaan maar bij de ‘Here, hun God’.
Deze God brengt zijn kinderen naar het beloofde land Kanaän en verlangt
naar geluk en vrede voor hen. Daarvoor moeten ze niet de bepalingen van dat
land navolgen, maar die van Hem Zelf. Als je het hoofdstuk doorleest, dan wordt
duidelijk dat deze regels veel verder gaan dan Kanaän. Het zijn leefregels die
God aan de Israëlieten geeft, maar ook aan de vreemdelingen die bij hen wonen. Elk
plekje op deze aardbol behoort Hem toe en zal eens horen bij het Koninkrijk van
God. Hij heeft het voor het zeggen, omdat Hij de Schepper van dit alles is. In
al zijn bepalingen, en dat blijkt zeer helder uit deze Thora, heeft Hij het
geluk van Zijn kinderen op het oog, ook in Leviticus 18. En nergens in zijn
Woord, ook niet in het 2e Testament kom ik teksten tegen dat Hij dit
hoofdstuk herroept. Deze bepalingen zijn eeuwigdurend.
Dit hoofdstuk gaat over seksualiteit. De Schepper geeft zijn
schepselen het heerlijke genot van liefde. Liefde voor de ander en de ander
voor jou. De volkeren in het land waar God ze naar toe zal brengen gaan met die
liefde anders om dan God heeft bedoeld. Het is een liefde die niet gericht is op
de ander, maar op zichzelf. Deze oude woorden zouden zomaar voor vandaag
geschreven kunnen zijn. Wat een verdriet en pijn is er op seksueel gebied bij
‘alle volkeren’ op deze wereld. ? In vers 4 van dit hoofdstuk zegt de bepaler
van al deze regels: ‘Mijn bepalingen en regels schenken leven aan wie ze volgt,
houd ze dus in ere. Ik ben de Heer’. Als je deze regels volgt geeft God, je
Schepper, jou en mij ‘leven’. Dat is waar het om draait. En dat zie je terug in
alle bepalingen van Zijn Thora. En ik moet bij al deze bepalingen niet naar de
ander kijken, maar naar mezelf. Mijn houding naar de Schepper. Ik verlang naar
Zijn ‘leven’ en ik gun het jou van harte.
Reacties
Een reactie posten
plaats hier een reactie